Aantekeningen |
- Ook in de gemeente Ambt-Hardenberg, waar Antoni van Riemsdijk burgemeester was,
bestond die behoefte. Weliswaar had men toen nog geen riant gebouw nodig, maar toch
wel een afzonderlijk vertrek, dat ,,Gemeentehuis" werd genoemd. Men kon er in
1819/1820 de beschikking krijgen overeen ,,Kamer" aan de Toldijk-de huidige Brink van
Heemse - in de woning van mevrouw Meuleman-Van Rechteren. Er moesten nog wel
enkele veranderingen plaats vinden, maar deze werden allemaal keurig omschreven in
een huurovereenkomst, waarvan we de letterlijketekst hierna laten volgen. U zult daarin
ettelijke interessante gegevens tegen komen. Deze tekst luidt als volgt:
Verklaar Ik ondergetekende Christina van Rechteren, Weduwe en Boedelhoudersche
van Wijlen Jan Meuleman, woonende te Heemse in het Schoutambt Hardenbergh, bij
deezen verhuurd te hebben aan den Heer Antoni van Riemsdijk, Schout
der Gemeente het Schoutambt Hardenbergh, die ten blijke van acceptatie deeze meede heeft
ondergetekend, de groote Kamer in mijn woonhuis te Heemse en aldaar, onder No -
aan den Toldijk staande, en zulks voor den Tijd van Zes achtereenvolgende Jaaren,
aanvang neemende met den Eersten July van den aanstaanden Jaare 1800 en Twintigh,
ten einde door denzelven te worden gebruikt en gebezigd als Locaal tot een
Gemeentehuis en zulks voor eene somma van Een Honderd Guldens jaarlijksch; met
aannaame en belofte om daar voor en tepens de 's jaarlijksche Betaling van dezelve
Somma, dezelve Kamer ten dien einde behoorlijk te doen inrigten, zoals heeden met
denzelven Heer A. van Riemsdijk ben overeengekoomen, te weeten om dezelve te
voorzien van twee behoorlijke Schuifraamen met haare Luiken of Vengsters, alsmeede
om de in dezelve aanwezig zijnde Slaapplaatsen (waaronderde gemetzelde in de Hoek
van den Haard) te doen wegbreeken en ook de Deur van de Keuken in dezelve te doen
toemetzelen; voorts met wijdere aanneeming en belofte om 't'eindens ten Oosten van
dezelve Kamer op de Deele van mijn voorzeide woonhuis ten gebruike voor de
Gemeente en meede als Locaal tot een Gemeentehuis al nog in behoorlijke onder voor
voormelden Eersten July zullen doen bouwen en aanbrengen eene tweede Kamer ter
wijdte en breedte, als mij heeden door meergemelden Heer A. van Riemsdijk ter
profentie van den Heer Burgemeester van Gramsbergen W. Swam en van de Boode
deezer Gemeente F. Zweers, is aangeweezen, voorzien van een behoorlijk Schuifraam
met zijne Vengsters of Luiken, alsmeede van eenen Schoorsteen op de door den
Huurder te verordineerene Plaats, alsmeede van eene behoorlijke Deur van Communi-
catie met de eerstbedoelde Kamer, en van eene voegzame buiten-Deur na den Toldijk
om te strekken ten Ingang aan het Gemeentehuis: van alle welke veranderingen en
Vernieuwingen - hier onder begreepen is de daarstelling van een geschikt Locaal hetzij
op de Deele of op de Zoldering van mijn Woonhuis ter berging van de benodigde
Brandstoffen voor de Gemeente -, de Kosten alleen door mij verhuurdersche
zullen moeten gedragen worden, edoch door den Huurder, zo verre nodig in mindering of
voldoening van den vooren bepaalden jaarlijkschen Huurprijs worden voorgeschooten:
blijvende voorts ook alle Lands- ofte andere Lasten op dezelve mijne Behuizinge
liggende of tijdelijk gelegd wordende, ten mijnen alleenigen Laste, zoals de Huurder of
de Gemeente, ter zaake deezer Huur ook nimmer tot eenige praestati?n
hoegenaamd, aan mijn Woonhuis verbonden, zal kunnen worden gehouden, - en latende het eindelijk
aan den Huurder zijne opvolgers en Erfgenaamen vrij om bij onverhoopte verlating van
zijnen Post of te verandering der bestaande Organisatie der Gemeente van zijne of
hunne Verplichtingen ten deezen te renuntieeren, enkel tegens Betaaling onder Korting
der als voormeld gedaane voorschotten der verschuldigde Huur tot het einde van het
Half Jaar, waarin die Renuntiatie zal plaats hebben. Aldus onderling gecontracteerd en
overeengekoomen en ten blijke van dien in Duplo (door de Verhuurdersche met
concurrentie van haaren bij haar inwoonenden en meedeondergeteekenden zoon)
getekend te Heemse den 31 December 1819.
(was getekend:) C. van Rechteren
W J Meuleman
J.M. Meuleman
Ant. van Riemsdijk.
8.Eerste grosse eener acte van hijpothecatie, den drie en twintigsten der maand maij des jaars achttienhonderd en achttien door Christina van Regteren, weduwe en boedelhoudersche van wijlen Jan Meuleman, wonende te Heemse, voor ons notaris en getuigen verleden; waarbij dezelve, zo voor zich als in haar voorzeide kwaliteit wegens eene geldlening tot afdoening van boedelschulden, onder verband van haare eigendommelijke gerechte halfshceid van haar woonhuis, grond en wheere en van het daartoe en aangehorende hofjen, staande en gelegen te Heemse op den Brink aan den Toldijk, onder nr. 16, van een gaarden aldaar aan den Molenberg, van een stuk zaaijland op het Holt onder Collendoorn, van ene dito aldaar op het Kampjen, mitsgaders van een dito aldaar aan den Nijenkamp en van een stuk groengrond aldaar, bekend wel en wettiglijk schuldig te zijn aan den hooggeboren gestrengen heer Christiaan Lodewijk graaf van Rechteren tot Collendoorn, oud-droste van IJsselmuiden te Heemse, eene capitaale summa van vijfhonderd guldens, rentende vijf procent. En borderel van inschrijving derzelve hijpothecatie in het register van hijpotheeken onder numero driehonderd zes en veertigh, tiende deel, in dato Deventer den zesden julij eenduizend achthonderd en achttien; zijnde de onderhavige acte van hijpothecatie den eersten junij achttienhonderd en achttien behoorlijk ten bureele Ommen geregistreerdt. Welke grosse en borderel door den ondergetekenden notaris gekwoteerd en geparapheerd zijnde, beide als een enkel stuk zijn gebragt op deeze staat en inventaris onder numero acht.
|